Over
Doe mij maar een lekkere afvalhoop
Spullen en mensen, ze kunnen niet zonder elkaar. Spullen zouden er niet zijn als mensen ze niet eerst maakten.Als ze daarna niet gebruikt worden zijn ze nutteloos. Omgekeerd realiseer ik me dat ik, mens, ook niet veel waard ben zonder mijn spullen.
Al die spullen zijn met moeite geworden tot wat ze zijn. Met vallen en opstaan uitgedacht en ontworpen. Daarna gemaakt, in productie genomen. Soms door machines die ook al een hele ontstaans geschiedenis hebben. De materialen waaruit de spullen bestaan, zijn er ook niet van de ene op de andere dag. Ze zijn door de jaren heen in aardlagen ontstaan, gegroeid of uitgevonden.
Al die zogenaamd dode spullen om me heen kan ik niet anders dan met respect bekijken.
Zoals mijn broodzakje. Ik bedank in stilte dat zakje. Uit dankbaarheid laat ik het nog een keer mijn brood vervoeren. En als het heel blijft nog een keer en nog een keer.
Die afvalhopen met spullen hoe komen die daar? Wanneer en waarom wordt wat tot waardeloos verklaard zodat het op die hoop komt?
Oud en gebutst, staat gelijk aan lelijk, vies, het geeft een onprettig gevoel, het moet weg.
Daarvoor in de plaats, iets nieuws.
Ik heb gemerkt dat iets wegdoen moeilijker is als het een geschiedenis heeft. Het is nog van mijn oma, of ik heb het speciaal uitgezocht , na lang zoeken gevonden, het past precies bij mij. Dan is het geen ding meer, het heeft als het ware een persoonlijkheid gekregen.
Op de afvalhopen zoek ik weggegooide spullen en gebruik ze om iets nieuws van te maken. Alsof je iets weer tot leven wekt.
Net als met het industrieel recycelen van producten levert dit niet altijd betere producten op. Maar het worden op z'n minst “eendagsvliegen”, die opnieuw een mensenleven kunnen verrijken. Maar nu met een extra lange geschiedenis en een persoonlijkheid.
Ineke de Kruyter